DRUIVENSOORTEN

Een druivensoort is een type wijnstok gekenmerkt door een aantal fysieke eigenschappen: de vorm van de bladeren en de trossen, de kleur van de rijpe druiven en de samenstelling van de druiven.

Rood

  • Cabernet Sauvignon

    Afkomstig uit de Bordeauxstreek. Heeft een wereldwijde reputatie opgebouwd dankzij de grands crus van de Médoc, ook al wordt hij over het algemeen geassembleerd met merlot en cabernet franc. Vervolgens vond de cabernet sauvignon zijn weg in de hele wereld: Californië, Australië, Chili, Argentinië en Zuid-Afrika. Hij verleent een wijnstructuur, een diepe kleur en een lange bewaartijd. Tijdens het rijpen op eiken vaten wordt de wijn ronder en ontwikkelt hij aroma’s van rijpe zwarte bes, chocolade en vanille. Bij het verouderen worden de tannines fijner en vertonen ze toetsen van leder, kruiden en tabak.

    Lekker bij gekruid rood vlees en gerijpte kaas.

  • Cabernet
    Franc

    Geeft zijn aroma’s van rode vruchten zowel af in Val de Loire (waar hij zo goed als de enige druivensoort is voor de wijnen van Chinon, Bourgueil, St Nicolas de Bourgeuil en Saumur Champigny) als in de Bordeauxstreek (waar hij wordt verwerkt in de assemblage van de meeste Bordeaux). Met merlot maakt cabernet franc het grootste deel uit van de assemblage van de grote Saint-Emilion- en Pomerolwijnen. Hij heeft een lichtere kleur en minder tannine dan cabernet sauvignon, maar zorgt voor meer finesse, met soms plantaardige toetsen van bijvoorbeeld varen of groene paprika.

    In Loirewijnen past hij uitstekend bij fijne vleeswaren, wit vlees en gegrild gevogelte.

  • Merlot

    Sterk aanwezig in Bordeaux en makkelijk te kweken. Kende internationaal succes dankzij zijn donkere, dichte kleur, zijn evenwicht en zijn fruitige karakter met aroma’s van kers, zwarte bes en braambes. Met wat geduld ontwikkelt hij toetsen van pruimen, onderhout en kruiden. In assemblage met de cabernet franc bloeit hij helemaal open in de Libournaiswijnen, met de appellaties Saint-Emilion en Pomerol. Hij is ook terug te vinden in Languedoc (Beschermde Geografische Aanduiding 100% merlot), net als in Italië, Australië en heel de Nieuwe Wereld. Merlot is meest aangeplante druif ter wereld en wordt gekweekt op 250.000 ha.

    Aanbevolen bij rood vlees en wild bereid met venkel, dragon, zwarte olijven, pruimen en gekaramelliseerde uien.

  • Syrah

    In zijn historisch gebied, het noorden van Côtes du Rhône, is syrah het exclusieve ras voor Cornas, Crozes-Hermitage en Saint-Joseph, en maakt hij het grootste deel uit van Côte-Rôtie en Hermitage. Later veroverde hij het zuiden van Frankrijk (Côtes du Rhône en Languedoc) en onder meer Australië. Hij levert een zeer donkere wijn op, met een zijdeachtige textuur en een groot verouderingspotentieel. In zijn jeugd heeft hij een neus van viooltjes en zwarte peper, later evolueert hij naar muskus, leder en truffel. In de mond mengen zich rood en zwart fruit, kruiden, chocolade en zoethout. Hij wordt door liefhebbers van complexe wijn sterk gewaardeerd in grenache en Mourvèdre.

    Te schenken bij krachtig rood vlees, wild en pittige kaas.

  • Gamay

    De enige druif voor de Beaujolais en zijn tien crus (Brouilly, Fleurie, Morgon, St-Amour, Chénas, Régnier, Juliénas, Moulin-à-Vent). Gamay is nog terug te vinden in enkele andere kleine appellaties in het centrum, maar wordt weinig gebruikt buiten Frankrijk. De frisse en vlotte wijn kan beter worden met de jaren indien hij afkomstig is van goede terroirs. Hij krijgt in dat geval en boeket van viooltjes, rood en zwart fruit en zelfs van kers met pepertoetsen.

    Geschikt bij Lyonese gerechten (worst, rillettes en terrines), wit vlees en gevogelte.

  • Pinot Noir

    Het exclusieve ras voor de grote rode wijnen van Bourgogne. De wijn die hij oplevert wordt tot de beste ter wereld gerekend. Pinot noir is herkenbaar aan de heldere kleur. Als hij jong is, geeft hij aroma’s af van fruit, kers, zwarte bes en framboos. Nadien evolueert hij naar meer complexiteit met kruidige, dierlijke en aardetoetsen. In de beste crus kan hij zeer lang worden bewaard. Hij is ook terug te vinden in de Loire (Sancerre en Menetou, bijvoorbeeld) en in Californië. In de Elzas geeft hij een wijn met pepertoetsen, die fris en jong wordt gedronken.

    De Bourgognes passen bij een runderstoofpot, wit vlees, eend en gevogelte met zachte kruiden, peper en mosterd.





  • Wit

    • Chardonnay

      Chardonnay is de grote Franse witte druif, die overal ter wereld gewaardeerd wordt. Geschat wordt dat chardonnay wereldwijd meer dan 160.000 hectare beslaat, waarbij de Verenigde Staten de grootste producent is. Hij is geboren in de Bourgogne en draagt de naam van een dorp in de Mâconnais. Het geeft grote wijnen (Meursault, Montrachet), in de Côte de Beaune en Chablis waar het druivenras de klei-kalksteen bodem waardeert. Wordt ook in de Champagne geteeld en wordt gebruikt voor de Blanc des Blancs. Wijnen op basis van chardonnay zijn vol en elegant en ontwikkelen fijne, fruitige aroma's (peer, perzik, lychee). Afhankelijk van het grondgebied kan hij aroma's hebben van toast, brioche, hazelnoot en citrusvruchten.

      Chardonnay past perfect bij vis of witte vleesgerechten (kalfsstoofpot, kapoen).

    • Chenin

      De chenin komt voornamelijk voor in de Loire vallei. Hij is vroegrijp en robuust en produceert elegante, heel erg fruitige wijnen met een mooi boeket. Hij wordt voornamelijk gebruikt voor de productie van zoete en schuimwijnen en komt voor in de appellaties Anjou, Saumur en Vouvray. Het is tegenwoordig het grote witte druivenras van Anjou en Touraine. Chenin, ook bekend als "Pineau de la Loire", voelt zich bijzonder goed thuis op de kalkrijke bodems waarmee de kastelen van de Loire werden gebouwd, wat misschien de reden is waarom hij zich buiten deze streek maar weinig heeft ontwikkeld. Hij ontwikkelt complexe aroma's van geel fruit, gedroogd fruit, citrusvruchten, witte bloemen, enkele toetsen van honing en biedt een mooie levendigheid in de mond.

      Past als schuimwijn bij een plakje warme geitenkaas met honing. Als droge wijn bij een witte vis met zeekraal zorgt de chenin voor een goed evenwicht.

    • Clairette

      Clairette wordt al lang verbouwd in de Hérault en is een typisch zuidelijk druivenras. De roze of witte bessen zijn bijzonder sappig. Hij is vrij robuust en past zich goed aan kalkrijke, droge en weinig vruchtbare bodems aan. Clairette kan alleen of in wijnen worden gevinifieerd en produceert frisse, sterk alcoholische wijnen met weinig zuren. Hij komt voor in de appellaties Côtes de Rhône, Côtes du Rhône Village en in de beroemde clairette de Die. De druivensoort ontwikkelt vooral aroma's van venkel, appel, limoen, abrikoos en perzik, met een lichte bitterheid op de afdronk. Zonder echt rijpingspotentieel moet hij binnen het jaar gedronken worden.

      Geniet ervan in een schuimwijn als aperitief bij verse kaastoast en andere lekkernijen.

    • Grenache
      blanc

      Een robuust druivenras. Het is de witte mutatie van grenache noir. Oorspronkelijk afkomstig uit Spanje, is het een belangrijk ras voor de productie van witte wijnen in de zuidelijke appellaties van de Rhône en Languedoc-Roussillon. Hij wordt geteeld op kiezel- en steenachtige bodems, is goed bestand tegen de wind en past zich perfect aan de droge omstandigheden die typisch zijn voor deze regio's aan. Dankzij zijn suikerpotentieel maakt hij uitstekende natuurlijke zoete wijnen en is hij te vinden in Rasteau, Maury, Rivesaltes of Banyuls en ook in de witte wijnen van Châteauneuf-du-Pape. Hij wordt gekenmerkt door aroma's van venkel, dille, meloen en witte nectarine en produceert volle witte wijnen met een laag zuurgehalte, rondheid en een lange afdronk.

      De witte grenache past perfect bij vis in saus, zoals kabeljauwfilet met kerrie.

    • Macabeu

      Macabeu of maccabeo staat al heel lang aangeplant in de Roussillon en is een druivenras van Catalaanse oorsprong. Deze krachtige plant gedijt goed in warme, goed gedraineerde grond met weinig stenen. Hij rijpt laat en zijn druiven hebben een pittige en fijne smaak. Na vinificatie geeft het originele droge witte wijnen, gekleurd, nogal vet, met vrij subtiele aroma's en een neus van rijp fruit, anijs, honing en enkele toetsen van venkel. Door rijping, meestal gekoppeld aan de grenache gris en blanc, worden zijn kwaliteiten versterkt. Het is het ras bij uitstek voor het mengen in Rioja. Het is ook een van de drie variëteiten waaruit de samenstellingen van Cava bestaan.

      Macabeu past over het algemeen goed bij gerechten met gevogelte en prikkelt de smaakpapillen wanneer hij als aperitief wordt geserveerd.

    • Marsanne

      Marsanne, geboren in Montélimar in de Drôme, wordt gebruikt voor de witte wijnen van Hermitage, Crozes-Hermitage en Saint-Joseph en produceert uitstekende bruisende wijnen, waarvan Saint Péray de bekendste is. Hij komt voor in Cassis, Savoie, Languedoc-Roussillon en Ardèche op warme, stenige bodems. In het Rhône-dal wordt hij aangeplant op weinig vruchtbare hellingen. Zijn fijne korrel geeft krachtige wijnen met een matige zuurgraad. De aroma's van bloemen en hazelnoten ontwikkelen zich vooral bij het ouder worden. Het heeft een prachtige aroma's: toetsen van gedroogde abrikoos, acacia, bijenwas, kweepeer, kruiden, lychee, honing, witte perzik en gekookte appel.

      Past perfect bij de aperitief of bij het hoofdgerecht met gevogelteleverbeignets of alpenkazen.

    • Sauvignon blanc

      Sauvignon blanc is een druivenras waarmee fruitige en verfrissende witte wijnen worden gemaakt. In Frankrijk wordt hij veel geteeld in de Loire en Bordeaux, waar hij meestal wordt gemengd met sémillon. Hij komt ook voor in Nieuw-Zeeland, Australië en Zuid-Afrika. Sauvignon blanc-wijnen worden in hun jeugdige jaren meestal gewaardeerd om hun explosieve fruitigheid en verfrissende zuren. Dit laatste geeft ze echter een belangrijke rol bij het mengen van de grote zoete wijnen van Bordeaux.

      Dit druivenras past heel goed bij zeevruchten en schaaldieren, maar ook bij geitenkaas.